Spelregels

Tennistermen zijn essentieel om de spelregels en de dynamiek van tennis volledig te begrijpen. Het tennisveld is verdeeld in verschillende delen, en het spel zelf wordt gespeeld door twee spelers (enkelspel) of vier spelers (dubbelspel) die elk aan een kant van het net staan. Laten we eens dieper ingaan op enkele belangrijke tennistermen en spelregels.

  1. Tennisveld: Het tennisveld is verdeeld in twee gelijke helften door het net. Aan beide zijden zijn de banen verdeeld in servicevakken en baselines.
  2. Service: Het spel begint met een service. De server staat achter de baseline en moet de bal over het net en in het servicevak van de tegenstander slaan. De service kan vlak of met topspin worden geslagen.
  3. Dubbele fout: Als de server de bal niet in het servicevak van de tegenstander slaat, wordt dit beschouwd als een dubbele fout, wat resulteert in puntverlies.
  4. Aces: Een ace treedt op wanneer de service niet wordt geretourneerd door de ontvanger en direct in het servicevak belandt.
  5. Deuce: Wanneer beide spelers elk drie punten scoren, wordt de score gelijk en wordt dit “deuce” genoemd.
  6. Voorsprong: Nadat deuce is bereikt, moet een speler twee punten op rij winnen om een voorsprong te behalen. Dit wordt “voordeel-in” genoemd.
  7. Set: Een set bestaat meestal uit zes games. De speler die het eerst zes games wint, met een voorsprong van minstens twee games, wint de set.
  8. Tiebreak: Bij een stand van 6-6 in games wordt een tiebreak gespeeld om de set te beslissen. De eerste speler die zeven punten wint met een voorsprong van twee punten, wint de tiebreak en daarmee de set.
  9. Matchpoint: Dit is het punt waarop een speler nog maar één punt nodig heeft om de hele wedstrijd te winnen.
  10. Uit of binnen?: Een bal wordt als ‘uit’ beschouwd als hij het veld verlaat zonder de lijnen te raken. Als de bal de lijn raakt, wordt hij als ‘in’ beschouwd.
  11. Dubbele fout: Een dubbele fout treedt op als een speler de bal twee keer fout serveert, wat resulteert in puntverlies.
  12. Let: Een let wordt uitgeroepen als een spelonderbreking zonder dat het punt wordt gespeeld, bijvoorbeeld vanwege een verstoring.
  13. Code of Conduct: Spelers moeten zich houden aan de gedragscode van tennis, die respect en sportiviteit bevordert. Ongepast gedrag kan bestraft worden.
  14. Hawkeye: Een geautomatiseerd systeem dat wordt gebruikt om discutabele lijnroepen te beoordelen.
  15. Wisselen van zijde: Spelers wisselen van kant na elk oneven punt in een game en na elk oneven spel in een set.

Tennistermen en spelregels vormen de kern van deze prachtige sport. Het begrijpen en toepassen van deze termen is van cruciaal belang voor zowel beginners als ervaren spelers, en het draagt bij aan de eerlijkheid en opwinding van tenniswedstrijden over de hele wereld.

Andere Spelregels bij Tennis

  • Het doel bij tennis is om de wedstrijd (match) te winnen door een aantal (vooraf bepaalde) sets te winnen. Een set win je door als eerste 6 games te winnen.
  • Scoren doe je door de bal over het het net te slaan naar de tegenstander. De bal mag 1 keer stuiteren voordat een tegenstander de bal in één keer terug mag slaan naar jou speelhelft.
  • Bij de service moet de bal de eerste keer landen in het servicevlak schuin tegenover de speelhelft van waar je serveert. De service wisselt in een servicebeurt steeds van het rechts naar links van het midden. Bij en servicebeurt heb je twee pogingen om goed te serveren. Als de bal bij de eerste service niet goed is, mag je opnieuw. Mis je twee keer, dan heeft je tegenstander een score.
  • Games in tennis win je door een specifiek punten systeem. Een eerste score die je maakt in een game is 15 puten, scoor je weer, dan kom je op 30, daarna op 40 en scoor je daarna dan heb je de ‘game’ gewonnen.
  • Bij Tennis wisselt de service per game. Maar ook als je niet serveert kun je punten sooren.
  • Als het in punten tijdens een game 40-40 staat, dan is dat een gelijke stand vlak voor het latste punt en spreekt men van ‘deuce’. Om de game te winnen moet je 2 x achter elkaar scoren/ De eerste noemt men dan coordeel of ‘advantage’, de tweede score is de ‘game’. Scoort je tegenstnder als jij op voordeel staat, dan vervl je weer in de deuce stand.
  • Om een set te winnen moet je als eerste 6 games winnen. Als er in de set een stand van 5-6 ontstaat (na een 5-5 stand), dan moet er tot 5-7 gespeeld worden. Als het dan alsnog 6-6 wordt dan volgt een zogenaamde tie-break. Hierin wordt om de 2 punten gewisseld van service en alle punten tellen gewoon voor 1. Degene die als eerste 7 punten maakt wint de tie-break. Wel moeten er 2 punten verschil zijn ontstaan. Bij 6-7 moet je dus alsnog 6-8 maken, etc.
  • Een tenniswedstrijd (match) bestaat meestal uit 3 gewonnen sets bij de heren (best of five) en 2 gewonnen sets bij de dames (best of three)

Spelomgeving

  • Tennis wordt gespeeld met een tennisracket en een tennisbal op een tennisveld met een afmeting van 23,77 meter lang (78 voet) en 8,23 meter breed (27 voet). In het midden van het veld staat een net. Verder is het veld per zijde verdeeeld in éém achtervlak en twee servicevlakken bij het net.
  • Tennis wordt 1 tegen 1 gespeld (enklespel), of 2 tegen 2 (dubbelspel).
  • De ondergrond van een tennisveld kan verschillen. De verschillende soorten ondergronden zijn als volgt:
    • Gras
    • Gravel
    • Hardcourt (beton of kunststof)
    • Kunstgras
    • Smashcourt – kunsstof mat met losse invulling (infill)


Leuke tennistermen