Engelse tennis termen
Een lijst met Engelse tennis termen:
- Serve: De slag waarmee het punt begint, waarbij de bal over het net wordt geslagen naar de tegenstander.
- Forehand: Een slag waarbij de speler de bal aan de kant van zijn dominante hand slaat.
- Backhand: Een slag waarbij de speler de bal aan de niet-dominante kant slaat.
- Volley: Een slag waarbij de bal wordt geslagen voordat deze de grond raakt, meestal dichtbij het net.
- Smash: Een krachtige overheadslag die wordt gebruikt om de bal naar beneden te slaan, vaak bij een netopslag.
- Deuce: Wanneer beide spelers elk drie punten hebben behaald, wat leidt tot gelijkspel.
- Advantage: Wanneer een speler één punt verwijderd is van het winnen van het spel na deuce.
- Break: Het winnen van een game als de ontvangende partij, waardoor de serverende partij zijn opslagspel verliest.
- Rally: Een opeenvolging van slagen tussen de spelers tijdens een punt.
- Matchpoint: Het punt dat nodig is om de wedstrijd te winnen.
Tennis is een fascinerende sport met een rijke vocabulaire aan termen die de essentie van het spel vangen. De tennisbaan, ook wel het ‘court’ genoemd, is verdeeld in verschillende zones, zoals de baseline, serviceboxen en het net. Een ‘rally’ ontstaat wanneer spelers de bal heen en weer slaan, waarbij ze streven naar een krachtige ‘winner’ of een strategische ‘placement’. Het serverende team begint met een ‘service’, die binnen de ‘servicebox’ moet landen om geldig te zijn. Als de bal de lijn raakt, wordt het een ‘ace’ genoemd.
Een belangrijk aspect van tennis is het begrijpen van verschillende slagen, zoals de ‘forehand’ en ‘backhand’. Spelers gebruiken vaak ‘volleys’ bij het net en proberen ‘smashes’ te slaan om punten te scoren. Een ‘lob’ kan worden ingezet om de tegenstander te passeren door de bal hoog over hen heen te slaan.
De score wordt bijgehouden met termen als ‘love’ voor nul punten, ’15’, ’30’, ’40’, en ‘deuce’. Een set bestaat uit games, en een wedstrijd kan uit meerdere sets bestaan. Het winnen van drie sets leidt tot overwinning in de wedstrijd.
Tennis kent ook strategische elementen, zoals het spelen op verschillende ondergronden zoals gravel, gras of hardcourt. Verder zijn er termen als ‘slice’, ’topspin’, en ‘drop shot’ die de diversiteit van de speltechnieken weerspiegelen. Kortom, tennis is een prachtige sport met een breed scala aan termen die de nuances van het spel benadrukken.